Fotopersbureau Het Zuiden, 23 december 1936
architect: Oscar Leeuw
Dit gebouw met vier bouwlagen typeert de schaalvergroting van na 1900. De veelkleurigen bakstenen gevels worden bekroond doot twee met koper gedekte hoektorens. Aan de voorgevel zijn twee beelden van A. Falise te zien, voorstellende Mercurius en Ceres. Van de oorspronkelijke glas-in-loodramen van H. Luns met scenes uit de Brabantse geschiedenis resteert nog een aantal ornamentale vensters in de zij- en achtergevels. |
Natuursteen 75 x 250 cm. Datering 1930. Vervaardigd door August Falise. Op de plaats waar in voeger tijden hotel De Gouden Leeuw stond werd in november 1931 een vestiging van het concern Vroom & Dreesman geopend. Vanaf de opening prijken de symbolen van 'handel' en 'nijverheid' aan de gevel, uitgebeeld door Mercurius, de Romeinse god van de handel, met vleugels, helm, bodestaf en geldbuidel en door een vrouwenfiguur met een spintol. Men dacht dat de beelden van brons waren, doch toen ze in 1983 werden schoongemaakt bleken ze van zandsteen te zijn met een bronskleurig patina. De draperie van de figuren is lineair en gestileerd met vlakke en scherpe plooien. Opvallend is het eigentijdse )jaren dertig) kapsel van de vrouwelijke figuur. | 41 |
In deze tijd van verhoogde omzetten voor zowel middenstand als grootwinkelbedrijven in verband met de komende feestdagen, gaan we eens kijken naar twee beelden, die een symbool vormen voor handel en nijverheid. In november 1931 werd de V en D-vestiging aan de Schapenmarkt geopend. Vele panden hadden daarvoor moeten wijken, waaronder het gebouw waar in vroeger tijden het vermaarde hotel 'De Gouden Leeuw' gevestigd was. Aan de gevel van het warenhuis prijken vanaf de opening twee beelden, symboliserend handel en nijverheid.
Rechts staat Mercurius, de Romeinse god van handel en winst. Mercurius wordt vereenzelvigd met de Griekse god Hermes (die overigens tevens de god van dieven en bedriegers was) en is aan dezelfde attributen te herkennen: de helm met vleugels; de caduceus (de bodestaf die bij Mercurius omwonden is door twee slangen); en de geldbuidel. Links staat een vrouwenfiguur met een spintol, als symbool voor de nijverheid. Toen de gevel dit jaar werd schoongemaakt, bleek dat de twee beelden niet van brons waren, zoals lang was aangenomen, maar van zandsteen.
De beeldhouwer was August Falise. Van deze Amersfoortse kunstenaar zijn meerdere werken in de stad te vinden, waarvan sommige de komende tijd in deze rubriek besproken zullen worden. Behalve grote standbeelden, heeft hij ook diverse borstbeelden gemaakt. Zoals dat van Z.K.H. prins Hendrik in het Zwanenbroedershuis, koningin Wilhelmina in de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving en jhr. Van Sasse van Ysselt in het Noordbrabants Museum.
Falise werd op 26 januari 1875 te Wageningen geboren. Na zijn studies in Amsterdam, onder meer aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten als beschermeling van koningin Wilhelmina, werd hij leraar. Van 1921 tot 1936 was hij leraar in de vakken anatomie en boetseren aan de Koninklijke School voor Kunst, Techniek en Ambacht in 's-Hertogenbosch. Hij maakte zo de verhuizing mee naar het nieuwe schoolgebouw aan het Duhamelplein, nu Kapelaan Koopmansplein. Falise bleef hier les geven tot aan zijn dood op 7 januari 1936. Hij is zijn hele leven in Amersfoort blijven wonen.
|
InleidingHet WARENHUIS werd gebouwd in opdracht van Vroom & Dreesmann naar ontwerp van de architect Oscar Leeuw (Nijmegen). Het werd opgetrokken in Expressionistische stijl met gebruikmaking van vele Art Déco stijlelementen. In 1929 werd begonnen met de bouw van het eind 1931 opgeleverde pand. Het was één uit een reeks van warenhuizen van V&D die getekend werden door architect Leeuw in samenwerking met A. Falise, die de beelden bij de ingang leverde en Huib Luns, die de glas-in-loodvensters ontwierp. Belangrijke wijzigingen aan het pand waren de plaatsing van roltrappen in 1961, waardoor de centrale lichthof sterk verkleind werd en het verwijderen van de figuratieve glas-in-loodvensters, elders herplaatst, uit het centrale trappenhuis. De onderpui werd rond 1970 veranderd door de etalages en de ingang terugliggend te plaatsen. In 1998 is de ingang (meer overeenkomstig de oorspronkelijke opzet) weer verder naar de Schapenmarkt toe komen te liggen. Door interne verbouwingen, laatstelijk in 1998, is het centrale trappenhuis ingrijpend gewijzigd en is de voorgevel van binnen uit nog maar sporadisch zichtbaar.OmschrijvingHet onderkelderde, smalle en zeer diepe pand beslaat een samengestelde plattegrond. Het warenhuis heeft een met baksteen bekleed betonskelet en telt vier bouwlagen plus een gedeeltelijk terugliggende dakopbouw, deels onder plat, deels onder sheddaken. De convexe voorgevel, die de kromming van de straat volgt, en de achtergevel liggen vrij. De linkergevel, met afgeronde hoek aan de achterzijde, ligt grotendeels vrij aan de achterplaats van het stadhuis en van de rechtergevel liggen alleen de bovenste verdiepingen vrij. Het pand is opgetrokken uit in Vlaams verband gemetselde divers gekleurde IJsselsteen en de gevels worden verlevendigd door uitkragend of verticaal siermetselwerk. Kenmerkend zijn de meerruits stalen vensters met uiteenlopende vorm en grootte, veelal voorzien van glas-in-lood bovenlichten met gestileerd libelle-motief. Het middengedeelte van de voorgevel met een terugwijkende bovenste etage wordt verticaal geleed door smalle penanten en telt horizontaal dertien vensterassen met vijftienruits vensters op kunststenen dorpels. Dito, brede decoratieve tandlijsten boven de pui en als gevelafsluiting. Terugspringende etage, waarin vroeger het atelier en heden een restaurant, met afwijkende smalle drieruitsvensters. Aan weerszijden van het middengedeelte drie smallere vensterassen met tienruits vensters, bekroond met een opbouw bestaande uit een met koper beklede open houten tentdak-constructie rustend op zuilen. In de bouwlagen boven de uitgebroken pui op de begane grond vijftienruits vensters. Boven de hoofdingang rijzen twee beelden op, voorstellende Mercurius en Ceres, de goden van handel en nijverheid. Signatuur en jaartal op beide sokkels: 'Aug. Falise 1930'. (De oorspronkelijke sierconsoles onder de beelden en de vroegere belettering zijn verdwenen). De achtergevel sluit deels aan bij oudere panden die bij de bouw van de V&D niet verworven konden worden. In deze gevel, op de begane grond deels gewijzigd, bevindt zich een uitgang en een laad- en losplaats. De gevel is op de rechterhoek afgerond. Boven de dienstingang links bevinden zich drie vensters met vijftienruits ramen over drie etages. Hiernaast is het secundaire trappenhuis zichtbaar met groot, honderdruits glas-in-loodvenster met geometrische motieven. Rechts hiervan tenslotte nog acht vensterassen met overeenkomende detaillering. De rechter zijgevel wordt grotendeels aan het oog onttrokken door belendende bebouwing, maar bezit ook hier nog de vensters met stalen roedenverdeling. De linker gevel grenst deels aan het stadhuis en deels aan een erachtergelegen binnenplaats die bij het warenhuis hoort. Hier telt de gevel vijf bouwlagen. Markant zijn twee boven elkaar geplaatste series vensters in V-vorm met daarboven een blok van drie tienruits vensters. Deze vensters, in het voormalige centrale trappenhuis, waren oorspronkelijk voorzien van gebrandschilderde ramen waarin de geschiedenis van Noord-Brabant werd verhaald. Behalve deze opvallende vensterpartij rechts hiervan nog vijf vensterassen en een blind deel. Links nog dertien vensterassen. Boven de vensters van het trappenhuis een bouwdeel van vijf traveeën met smalle vierruits vensters. In de linker zij- en achtergevel zorgen in het metselwerk opgenomen blokvormige regenpijpen voor de afvoer van hemelwater.Het interieur is in de loop der jaren door de veranderende gebruikseisen ingrijpend vernieuwd. Alle Art Déco ornamentiek is verwijderd. De oorspronkelijke ruimtewerking en lichtval zijn nog maar nauwelijks herkenbaar. In het secundaire trappenhuis zijn een decoratieve smeedijzeren trap met houten leuning en zwart omrande witgrijze terrazzo vloeren met blauw betegelde lambriseringen van belang. Het betonskelet, bestaande uit kolommen en balken in twee richtingen waarop vloerplaten, is door verlaagde plafonds aan het zicht onttrokken. WaarderingHet warenhuis is van algemeen belang. Het object bezit cultuurhistorische waarden als uitdrukking van de sociaal-economische ontwikkeling in Brabant en daarbuiten in het begin van de twintigste eeuw. Daarnaast is het van belang voor de typologische ontwikkeling van warenhuizen. Het object bezit architectuurhistorische waarde vanwege de gehanteerde stijlelementen en bouwtechniek. Daarnaast vanwege de plaats van het object binnen het oeuvre van de architect als een der laatste voorbeelden van een door Leeuw gebouwd warenhuis. Verder vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het architectonisch ontwerp, het bijzondere en afwisselende materiaalgebruik, de ornamentiek en de detaillering van met name de voorgevel en de diverse vensterpartijen. Het object heeft ensemblewaarde als markant onderdeel van de op de historische rooilijn gelegen bebouwing aan de Markt.Het object is belangrijk vanwege de gaafheid van het exterieur en in relatie tot de visuele en structurele gaafheid van de stedelijke omgeving. |
1943 | Vroom en Dreesmann |
Henk Henkes, Van den Raethuys tot Stadhuis (2016) 281-284
A. van Sasse van Ysselt, 'Het Bossche hotel De Gouden Leeuw' in: Taxandria (1918) 270-272
Aart Vos, 's-Hertogenbosch : De geschiedenis van een Brabantse stad 1629-1990 (1997) 280, 285, 319, 396